Radix is een zeer compact universiteitsgebouw met een hele hoge mate van flexibiliteit waarin de kantoren en laboratoria van Plantenwetenschappen zijn gevestigd. Door glazen gevels en twee patio’s komt daglicht diep het gebouw binnen. In deze overkapte patio’s zijn planten en bomen uit de collectie van de leerstoel geplaatst. Verschillende routes leiden op meerdere niveaus door en langs deze patio’s, waardoor een ruimtelijk geheel ontstaat van werkplekken en laboratoriumruimten. De eenvoudige gevelopzet van glas en houten stijlen wisselt door de variërende behoefte aan zon- en lichtwering.
De kolommenstructuur maakt een bijna volledig vrije indeling mogelijk, zodat er ingespeeld kan worden op veranderingen in de opleiding- of organisatiestructuur. Uitganspunt is dat de beheerder zelfstandig zonder aannemers of installateurs de indeling en de werkplekken kan wijzigen. Om dit te bereiken zijn er geen verlaagde plafonds en zijn de installaties decentraal uitgevoerd. Door de decentrale luchtbehandeling te integreren in de gevel en de elektra en data installatie op te nemen in een geïntegreerd vloersysteem zijn indelingswijzigingen eenvoudig mogelijk. De bouwkundige en technische infrastructuur van de laboratoria maakt het mogelijk dat verschillende onderzoeken snel kunnen afwisselen en laboratoriumruimten intensief gebruikt kunnen worden.
Akoestiek is integraal opgelost in een speciaal voor dit project ontwikkelde betonvloer. Gevelpuien zijn aan de buitenzijde afgewerkt met aluminium lijsten en de houten zonneluifels zijn van onbehandeld hout, zodat geen onderhoud nodig is. Bij de materiaalkeuze hebben gebruiksvriendelijkheid en het beperken van onderhoudskosten een belangrijke rol gespeeld. De constructieve elementen zijn van schoon beton waarbij in de kist een structuurmat is toegepast.
Voor Radix is een klimaatconcept ontwikkeld dat optimaal gebruik maakt van de voordelen van betonkernactivering: de thermische massa van de betonvloer wordt actief gebruikt voor het zeer gelijkmatig, comfortabel en energiezuinig koelen en verwarmen van de ruimten. In combinatie met een warmtepomp en warmte- en koudeopslag in de bodem is dit een zeer energiezuinig systeem. Door het achterwege laten van verlaagde plafonds is betonkernactivering optimaal en is een grote verdiepingshoogte mogelijk, waardoor het ruimtelijk effect versterkt wordt en het daglicht ver kan binnendringen in het gebouw.
Omdat luchtkanalen niet pasten in het idee over flexibiliteit is er voor gekozen om de luchttoevoer via de gevel te laten plaatsvinden en de temperatuur van de lucht ter plaatse na te regelen. Door de toepassing van lokale naregeling met fan-coil units in de gevel is het mogelijk in elk vertrek de temperatuur een paar graden bij te regelen.
Nieuwbouw universiteitsgebouw met laboratoria, werkplekken en servicegebouw