Aan de voet van de Utrechtse Dom gaat Universiteit Utrecht vier gebouwen samenvoegen tot het onderwijscentrum binnenstad, genaamd het Anna Maria van Schurmangebouw. Drie rijksmonumentale historische panden uit verschillende periodes worden gerenoveerd en herontwikkeld, en het gebouw uit de jaren 50 wordt vervangen door nieuwbouw. Waar de vier gebouwen elkaar ontmoeten wordt een verbindend atrium met een houten boogstructuur, gerealiseerd als een nieuwe tijdlaag die letterlijk en figuurlijk verbinding legt.
Centraal onderwijscentrum in Transcluster
De identiteit van Universiteit Utrecht is verweven met de geschiedenis van de binnenstad, waar de verschillende lagen in de tijd het gebouwen- en stratenpatroon hebben gevormd. De universiteitsgebouwen rondom de Dom vormen samen het Transcluster. Dit cluster ontbeerde nog een generiek onderwijsgebouw dat de verschillende faculteiten verbindt en faciliteert: één centraal gebouw waarin naast project- en werkgroepruimten, zelfstudieplekken en een collegezaal ruimte is voor ontmoeting en samenwerking.
Vier gebouwen uit verschillende tijdlagen
Die plek werd gevonden door het clusteren van vier gebouwen aan Achter Sint Pieter en Achter de Dom: een tweebeukig dwarshuis waarvan de bouwstructuur uit 1650 stamt, een - van oorsprong - bankgebouw uit 1911 met een prachtig trapgeveltje, een vrijstaande conciërgewoning uit 1912 en een nieuwer universiteitsgebouw uit 1958 dat plaats gaat maken voor een nieuwbouw. Door deze gebouwen te verbinden wil de universiteit het gewenste, uitnodigende onderwijscentrum realiseren. Een helder gestructureerd complex dat nadrukkelijk verbonden is met de straat en onderdeel uitmaakt van de binnenstad, vanzelfsprekend aansluitend bij de schaal en het karakter van de bestaande bebouwing.
Poort als symbool voor verbinding
Tussen de vier gebouwen wordt in het ontwerp van DP6 een verbindende houten boogstructuur gerealiseerd, als een licht en transparant ‘atrium’ of ‘oranjerie’, zodat de openheid tussen de gebouwen afleesbaar blijft. De op de rijke historie geïnspireerde poort staat symbool voor de zo gewenste verbinding: de verbinding tussen studenten, docenten, onderzoekers en gasten, tussen onderwijs en onderzoek in het Transcluster, tussen de universiteit en de stad. Letterlijk verbindt de boogstructuur de vier gebouwen en creëert het een doorsteek van Achter Sint Pieter naar Achter de Dom.
De boogstructuur respecteert de bestaande gebouwen en zorgt dat ze afzonderlijk afleesbaar blijven, zonder dat het zichzelf wegcijfert. Het werkt als een ruggengraat in het onderwijscentrum en creëert een nieuwe tijdlaag, als symbool van verbinding, gemaakt van hout, zichtbaar demontabel door de ornamentieke verbindingen en daarmee tevens reversibel.
De nieuwe hoofdentree wordt zichtbaar en helder gepositioneerd aan Achter Sint Pieter-zijde door het toevoegen van een driedelig opengewerkte poort, waar vroeger ook een muur met poort heeft gestaan. Aan de zijde van de Dom wordt de nevenentree in de trapgevel benadrukt door een enkele tuinpoort.
Het ontwerp van het te vervangen gebouw uit de jaren ‘50 refereert aan de oorspronkelijke bebouwing in de straat, zowel in materialisatie als geleding. Het krijgt een klassieke opbouw van plint-midden-kroon, boogramen, erkers en bijzondere metselpatronen. Aan de binnenzijde krijgt het een grote mate van flexibiliteit zodat het gebouw in de toekomst op allerlei manieren gebruikt kan worden. De bestaande gebouwen worden gerenoveerd, waarbij er wordt uitgegaan van de bestaande ruimtelijke en monumentale kwaliteiten.
Afbeeldingen: voorlopig ontwerp
Renovatie en uitbreiding universiteitsgebouwen tot onderwijscentrum binnenstad